Het ontvangen of bijbetalen hangt van veel factoren af, waarbij de voorschotheffing cruciaal is. Als er sprake is van een voorschotheffing, die zowel is afgestemd op het individuele verbruik als op het daadwerkelijk niveau van de stookkosten, dan kunnen grote bijbetalingen voorkomen worden.
In het geval van bijbetalen:
Dit hangt af van twee factoren, te weten:
- Wat is het voorschot van de huurder geweest?
- Wat is het stookgedrag van de huurder geweest in de stookperiode?
Als er sprake is van een gelijk voorschotbedrag voor alle huurders, ongeacht het stookgedrag, is het logisch dat de intensieve stokers een flink bedrag moeten bijbetalen. Immers, het is een bekend feit dat de individuele verwarmingsafrekeningen bijzonder ver uiteen kunnen lopen.
Dus als we te maken hebben met een huurder met een intensieve stookgewoonte om welke reden dan ook, is het te verwachten dat bij een gemiddeld voorschotbedrag een dergelijke huurder veel zal moeten bijbetalen.
Daarom is het in de eerste plaats zaak dat het totale voorschotniveau tenminste gelijk is aan de totale verwarmingskosten en in de tweede plaats dat er gewerkt wordt met individuele voorschotbedragen, die afgestemd zijn op het werkelijk stookgedrag.
Vaak is het zo dat het voorschot in de winter niet toereikend is voor de kosten die in de winter worden gemaakt. Het voorschot wat in de zomer wordt betaald creëert een overschot waarmee het tekort aan voorschot in de winter gecompenseerd wordt. Als u net voor of in de winter in de woning bent komen wonen, mist u dit overschot.