48 pagina's telt de nieuwe NEN norm 7440 voor kostenverdeelsystematiek bij warmtelevering. U als professional wil natuurlijk weten hoe de nieuwe norm u raakt. De branche organisatie NLVVE heeft daarom een brochure samengesteld. Hierin treft u de 10 belangrijkste feiten die u moet weten over de nieuwe norm en wat de gevolgen zijn waar u rekening mee moet houden.
De NLVVE ziet het als haar taak om de consequenties van deze wet- en regelgeving voor corporaties en VvE beheerders zo transparant mogelijk te maken. De NLVVE is een onafhankelijke, politiek-actieve branchevereniging die tot doel heeft gesprekspartner te zijn voor de overheid inzake wet- en regelgeving voor sub-meting in gebouwen met een collectieve energievoorziening.
De brochure is gratis. Download hem op de website van de NLVVE, klik hier.
NEN 7440:2021 ‘Kostenverdeelsystematiek bij warmtelevering – Eisen voor de toepassing bij collectieve warmtelevering’ is gepubliceerd. De norm stelt eisen aan de manier waarop een warmtekostenverdeelsysteem moet worden ingevoerd, toegepast en beëindigd voor een gebouw met een systeem van collectieve warmtelevering voor ruimten en/of tapwaterverwarming.
De nieuwe norm, NEN 7440:2021, vervangt de oude norm NEN 7440 en de bijbehorende praktijkrichtlijn NPR 7441. Een belangrijke aanleiding voor de herziening van NEN 7440 is dat de norm aangewezen wordt in de wetgeving en na twintig jaar toe was aan een actualisatie vanwege de ontwikkelingen in de metermarkt. Daarnaast zijn de warmtekostenverdelers technologisch verder ontwikkeld.
Meepraten over de inhoud van normen
Wilt u als belanghebbende partij meepraten over de ontwikkeling van normen op dit gebied? De normcommissie ‘Warmte meten en verdelen’ is in Nederland verantwoordelijk voor het opstellen en onderhouden van de nationale normen voor warmtekostenverdeelsystemen. Stuur voor deelname aan of meer informatie over deze commissie of werkgroep een mail naar bi@nen.nl.
Voor uitgebreide informatie verwijzen we u naar het bericht op nen.nl.
We maken ook graag tijd voor vrij om u live bij te praten.
Neem contact met ons op.
De Warmtewet is in de afgelopen jaren flink onder de loep genomen op basis van de knelpunten die bij de uitvoering van de wet aan het licht kwamen. Dit heeft geleid tot een aantal wijzigingen en aanvullingen. In juli 2018 zijn deze wijzigingen door de Eerste Kamer aangenomen en zijn per 1 juli 2019 van kracht. Het document 'Wet tot wijziging van de Warmtewet', dat gezien kan worden als een surplus op de huidige Warmtewet kunt u hier downloaden.
Aanvullend hierop is over de wijzigingen in de Warmtewet per 1 juli 2019 nog het volgende te melden.
Keuze
De Warmtewet zoals deze van kracht werd op 1-1-2014 komt hiermee niet te vervallen. Omdat per 1 juli 2019 ook de kostenverdeelmethodiek weer kan worden toegepast, betekent dit dus dat beide kostenberekeningsmodellen geoorloofd zijn. Als verhuurder / beheerder kunt u dus zowel (blijven) afrekenen volgens de Warmtewet 2014 als via de traditionele kostenverdeling zoals dat vóór de inwerkingtreding van de Warmtewet gebruikelijk was. Wijziging van een reeds gemaakte keuze dient in overleg met en met instemming van uw bewoners te gebeuren.
Vanaf 1 juli 2019 vallen verhuurders die warmte leveren aan hun huurders niet meer onder de dan in werking tredende gewijzigde Warmtewet. De levering van warmte maakt vanaf dan deel uit van de huurovereenkomst. Er zijn geen aparte leveringsovereenkomsten meer nodig. De gevolgen voor corporaties op een rij.
Wat verandert er voor corporaties vanaf 1 juli 2019?
Het doel van de Warmtewet is het beschermen van consumenten van warmte tegen de leverancier van warmte. Door de invoering van de wet in 2014 werden verhuurders met collectieve verwarmingsinstallaties ineens ook leverancier van warmte. Ze werden verplicht met hun huurders een warmteleveringsovereenkomst te sluiten. De wet hield echter geen rekening met het huurrecht en zorgde voor administratieve rompslomp en onduidelijkheid.
Bron: Aedes
Om de klimaatdoelen van de Europese Unie (EU) te realiseren, moet de energie-efficiëntie de komende jaren worden verhoogd. Onderdeel hiervan is een verdere vermindering van het energieverbruik voor verwarming. Daartoe heeft de EU de energie-efficiëntierichtlijn (EED) herzien. De meting en registratie van verbruiksgegevens zal nu digitaal moeten plaatsvinden en factureringsinformatie zal transparanter en informatiever moeten worden. Tevens zal inzage regelmatiger moeten plaatsvinden. Dit moet huurders in staat stellen en motiveren om nog meer energie te besparen waardoor ook de CO2 emissie zal afnemen. De bijgewerkte EU-richtlijnen die betrekking hebben op submeting moeten uiterlijk op 25 oktober 2020 zijn geïmplementeerd.
Wat zal er veranderen?
De nieuwe eisen in de EED zijn positief, omdat ze voor nog meer transparantie zorgen en het bewustzijn vergroten van het individuele energieverbruik en CO2-emissies. Wij realiseren ons dat een EU-richtlijn niet snel is omgezet. Uiteraard houden we u op de hoogte van het implementatieproces of als er meer achtergrondinformatie vanuit Brussel is.
Een onafhankelijk, politiek-actief samenwerkingsverband dat tot doel heeft gesprekspartner te zijn voor de overheid inzake wet- en regelgeving voor sub-metering in gebouwen met een collectieve energievoorziening
Onafhankelijke toezichthouder binnen de overheid
Praktisch advies voor consumenten van de Autoriteit Consument & Markt